Home Procedure

Rijkscoördinatieregeling (RcR)
De rijksoverheid kan bij projecten van nationaal belang de besluitvorming coördineren. Projecten op het gebied van energie-infrastructuur die van nationaal belang zijn, worden gecoördineerd door de minister van Economische Zaken. (EZ). Zo ook het Windpark N33.

In de Rijkscoördinatieregeling worden de verschillende besluiten (vergunningen en ontheffingen) die voor een project nodig zijn tegelijkertijd en in onderling overleg genomen. Het gaat naast vergunningen en ontheffingen vaak ook om een inpassingsplan van het Rijk. Dit is een ruimtelijk besluit van het Rijk, vergelijkbaar met een bestemmingsplan.



Alle besluiten voor een project worden in principe tegelijkertijd in ontwerp ter inzage gelegd. Op dat moment kan iedereen daarop een zienswijze geven. De overheden nemen daarna de definitieve besluiten ook weer tegelijkertijd, rekening houdend met de ontvangen adviezen en zienswijzen. Als een burger of organisatie die belanghebbend is bij het besluit het niet eens is met een of meer van de besluiten, kan hij beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is dus geen bezwaarfase.
Het Rijk neemt bij een project dat onder de Rijkscoördinatieregeleing valt zelf het ruimtelijke besluit. Veel verantwoordelijkheden blijven bij rijkscoördinatie echter ongewijzigd: de initiatiefnemer blijft verantwoordelijk voor een goede projectvoorbereiding en het aanvragen van alle benodigde vergunningen en ontheffingen; de vergunningen en ontheffingen, ook wel 'uitvoeringsbesluiten' genoemd, blijven de verantwoordelijkheid van dezelfde overheden als wanneer het project niet door het Rijk gecoördineerd zou worden. De gemeenten besluiten bijvoorbeeld zélf over de aangevraagde omgevingsvergunningen waarvoor zij bevoegd gezag zijn. De coördinerende minister bepaalt, in overleg met de betrokken overheden, wanneer alle ontwerpbesluiten en definitieve besluiten genomen worden. Ook verzorgt deze minister de kennisgeving en terinzagelegging van de (ontwerp-) besluiten. Alle logistieke taken van de coördinerende minister worden door Bureau Energieprojecten uitgevoerd: coördinatie met de betrokken partijen, kennisgeving en terinzagelegging, ontvangen van inspraak, et cetera.



Als een uitvoeringsbesluit op problemen stuit, heeft de coördinerende minister de mogelijkheid om, in overleg met de minister tot wiens vakgebied het besluit gehoord, dit besluit zelf te nemen. Hier wordt terughoudend mee omgegaan.